Bodemvondsten met een religieuze betekenis

Onlosmakelijk met leven en dood is het geloof. Het geloven in iets of iemand heeft in de loop der tijden het leven van mensen bepaald ( godsdienst )

Om dit geloof kracht bij te zetten werden er in latere tijden voorwerpen vervaardigd waarvan men hoopte dat deze bescherming of zegen zouden brengen. De Romeinen dachten dat om hun heen onzichtbare goddelijke machten aanwezig waren en maakte beeldjes van diverse goden oa. Mars, Apollo en Mercurius.

In de Karolingische periode komen we op allerhande voorwerpen de kruismotieven tegen, oa. op fibulae, sleutels en beslagstukken.

Vanaf de 12e eeuw komen er steeds meer bedevaarten; Het bezoeken van een plaats waar een speciale gebeurtenis heeft plaatsgevonden, oftewel ter nagedachtenis aan bepaalde personen of gebeurtenis die van belang zijn geweest voor het christelijk geloof. Met name de Apostelen, de eerste Evangelisten en Bisschoppen werden en worden in vele plaatsen aanbeden. De belangrijkste bedevaartsoorden zijn, Jeruzalem, Rome, Aken en Santiago de Compostella, maar ook Maastricht, Rhenen en Lourdes.

Overal werden voorwerpen geproduceerd die een herinnering waren voor de bezochte locatie. Jakobsschelpen uit Spanje, Servatius hangertjes uit Maastricht en Maria hangertjes uit Lourdes, om er maar een paar te noemen.

Ook waren er in de bedevaartsoorden vaak kruisjes te koop, maar van deze voorwerpen is haast nooit de herkomst te achterhalen. Overal werden voorwerpen verkocht zodat de pelgrim een tastbare herinnering bij zich kon dragen. Het hoogtepunt van de bedevaarten lag in de periode 1200-1500. Na 1500 komen de kruisjes in grote getale in omloop. Later al dan niet vastgezet aan een rozenkrans. Hiervan zijn de kruisjes met hout ingelegd wel de meest bekende onder de detectoramateurs. Het merendeel hiervan is te dateren in de 18e eeuw.

Ook zien we dan in grote getale hangertjes verschijnen en worden er broederschappen opgericht. Er komen hangertjes met een afbeelding van een beschermheilige, om ons te behoeden voor allerlei ziektes, kwalen en natuurrampen.

Ook krijgt elke beroepsgroep en veel verenigingen een eigen bescherm of patroonheilige. Zo is er Hubertus voor de jagers en Ambrosius voor de bijenhouders. Tevens is er in elke gemeente wel een heilige, een bron, eik of beeld te vereren. Ook nu zien we nog namen in onze omgeving terug die te maken hebben met het geloof. Sint Annaschool, Schutterij Sint Joris en Antoniusstraat om er enkele te noemen.

Veel mensen bezoeken nog regelmatig diverse bedevaartplaatsen, waarvan momenteel Lourdes de bekendste is met jaarlijks 6 miljoen bezoekers uit 150 landen. Men kan stellen dat er in elk gezin wel meerdere religieuze voorwerpen aanwezig waren. Ook heden ten dage kan men bij een Katholiek gezin hier iets van terugvinden.

In de jaren 1960-1970 droeg haast iedereen een hangertje in zijn kleding dat was vastgezet met een speldje. Had men een hulsbeeldje in zijn zak zitten of droeg men iets aan een ketting. Ook had bijna iedere huisvrouw een rozenkrans om te bidden.

Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat er in de Katholieke gebieden zoveel religieuze voorwerpen uit de grond komen.

Bijbelbeslag
De versiering op bijbels en kerkboekjes noemen we als detectoramateur allemaal bijbelbeslag. Beslag dat er voor diende het boekwerk niet te beschadigen. Ook zien we vaak een slot op het boekwerk zitten. Dit kon niet echt op slot maar diende ervoor dat het boek niet vanzelf open ging. We kennen buiten de koperen ook de vergulde en zilveren beslagstukken die ooit een bijbel of kerkboek sierden.

Bullae
Een Bulla is een pauselijk zegel.
Om een brief vanuit het Vaticaan dat bestemd was voor een Bisschop, klooster of kerk te verzegelen werd gebruik gemaakt van een loden zegel. Op dit zegel de hoofden van Petrus en Paulus en de naam van de dan zittende paus.
Dergelijke voorwerpen worden alleen in kleigrond en verdronken dorpen teruggevonden omdat ze een verblijf in zandgrond niet overleven.

De oudst bekende Bulla is gebruikt tijdens de ambtsbekleding van Paus Agapitos ( 535-536 ). Voor die tijd waren er ook al Bullae , maar dan nog van was gemaakt.
De meest recent bekende Bulla is van Paus Gregorius XVI, deze was Paus van 1831 tot 1846.

Corpus Christi
Het Corpus Christi is het lichaam van Christus. Dit was meestal gemonteerd op een houten kruis. Doordat het Corpus met pennetjes was vastgezet, gebeurde het vaak dat het Corpus losliet. Als het complete kruis in de grond terecht kwam dan verteerde het hout en bleef het metalen Corpus over. Dit Corpus word door detectoramateurs met enige regelmaat gevonden.

Het oudste Corpus wat bekend is komt uit Engeland en is te dateren in de 12e eeuw.

Devotiepenningen
Devotiepenningen kwamen voor het eerst voor in de 15e eeuw gemaakt van Tin. Er staat dan een religieus tafereeltje op afgebeeld. Niet kort daarop worden deze voorwerpen gemaakt van een sterkere koperlegering. Dergelijke voorwerpen hebben meestal een draagoogje wat er dwars opstaat.

Hangertjes
De religieuze hangertjes zijn de opvolgers van de Devotiepenningen. Bijna alle patroonheilige zien we terug op de hangertjes. Nadat er weer een nieuwe paus is gekozen is er ook meteen weer een nieuw hangertje ontstaan. Ook na een heiligverklaring is er weer rede genoeg de personen af te beelden. En zo gaat de productie van hangertjes alsmaar door.

Op de oude hangertjes uit de 16e eeuw zien we meestal een tafereel afgebeeld. Op de hangers uit de 17e
eeuw zien we meestal hoofden van heiligen en in de 18e eeuw zijn ze meer afkomstig van bedevaartsoorden. In de 19e en 20e eeuw en mede door de productie van aluminium is er een massale uitgifte van hangers met kerken, heiligen etc. al dan niet gerelateerd aan een bedevaartsoord.

Kistkruisjes
Kist kruisjes die ooit een doodskist hebben gesierd werden hoofdzakelijk gebruikt om er de kist mee af te sluiten. Daar het schroefdraad van ijzer was gemaakt, vinden we haast nooit een compleet voorwerp terug in de bodem omdat het verroeste ijzer afgebroken is. Ze zijn ook vaak niet meteen als zodanig te herkennen. De roestvorming aan de onderzijde bied dan uitkomst.

Kruisjes
Kruisjes komen al voor vanaf de 6e eeuw. Per periode verschilt de grootte en vorm. Reliek kruisjes zijn de meest interessante kruisjes om te vinden. Dit kruisje kan nog iets herbergen van een overledenen. Een haar, nagel, foto of iets anders wat aan de overledenen toebehoorde. Kruisjes uit hoofdzakelijk 18e eeuw met Ebbenhout ingelegd zijn de meest voorkomende onder detectoramateurs. In de 19e eeuw zien we kruisjes voorzien van de tekst Souvenir de Luville, Souvenir de Mission en Souvenir de Lourdes.
Het woord INRI op een kruisje staat voor IESVS NAZARENVS REX IVDAEORVM. Dit staat voor Jezus van Nazareth, Koning der Joden.

Pelgriminsignes
Als een pelgrim een heilige plaats had bezocht schaftte hij er een aandenken aan, meestal in de vorm van een aan de heilige plaats verbonden insigne of ampul. Het insigne kreeg een plaatsje op de pelgrimshoed. Zo kon iedereen zien dat deze persoon een pelgrimsoord had bezocht. Men kreeg er zelfs gratis onderdak mee als men vaak wekenlang onderweg was. Onderweg werden dergelijke insignes ook wel eens geofferd. In Engeland waar de North Down Way ( pelgrimsweg) nog bestaat is duidelijk te zien om welke afstanden het ging.

Reisicoon
Over reisiconen is niet erg veel bekend. Dit kleinood had men om de nek hangen of in de zak zitten, gebruikte men om te bidden. Over het kleine uitsteeksel bovenaan het icoontje wreef men met duim en wijsvinger tijdens het gebed. De bekendste icoontjes komen uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Indien er een heilige op afgebeeld staat is dit meestal Nicolaas.

Religieuze ringen
De meeste ringen die zijn gevonden hebben een afbeelding van Maria en zijn te dateren in de 17e eeuw. Of men deze ringen kon aanschaffen in een bedevaartsoord is niets bekend. Wel zien we in de 20e eeuw dat vaak kinderen bij het vieren van de eerste communie een zilver ringetje krijgen met een religieuze afbeelding.

Zakheiligen of hulsbeeldjes
Maria, Jozef, Antonius en andere heiligen van lood, brons of aluminium gemaakt, niet groter dan een paar centimeter. Dit miniatuurtje zat vaak in een kokertje of doosje dat dan door een gelovige bij zich werd gedragen. Ze komen al voor vanaf 1500.

Overige
Reisicoon, kapelletje voor persoonlijke devotie, gedenkpenningen, religieuze riemtongen, reliekhoudertjes, gebedsnootjes, huistempeltjes, grafgiften, godenbeeldjes, Boeddhabeeldjes, rozenkrans, pijpaarde heiligenbeeldjes, monstrans, kistnagels etc.

Mocht je nog meer geïnteresseerd zijn in religieuze bodemvondsten kijk dan eens op: www.johnkuipers.eu

Over Metaaldetectie Benelux