Horloge sleutels

Mechanische uurwerken, die dus niet afhankelijk waren van zonneschijn, ontstonden in de 14e eeuw. Vermoedelijk Midden-Europese makers (Italianen) worden genoemd als eerste bouwers van zulke mechanieken. Van zo’n klok- meestal geheel van ijzer gemaakt – moet men zich trouwens niet al te veel voorstellen. Als antiquiteit is zo’n uurwerk interessant en zeer waardevol, maar als tijdaanwijzer is het- door onze ogen gezien -eigenlijk waardeloos.

Belangrijker is, dat er op zeker moment in de geschiedenis een aanvang is gemaakt met een nieuwe ontwikkeling die, evenals dat het geval is geweest met andere vindingen na die tijd, steeds verder geperfectioneerd gaat worden. De uurwerkmakers van die tijd waren nog lang niet wat wij een ‘uurwerkmaker’ zouden noemen; het waren -zoals de Duitsers zo treffend zeggen- ‘Kleinschmiede’. In de smidswerkplaats werden raderen gesmeed, de tandband werd rond geslagen en bij grote hitte tot een cirkel vast gesmolten, de spaken werden erin gesmeed, waarna de tanden er met de hand werden in gevijld. Die vroege klokken waren overigens alleen in gebruik in de kloosters bij wijze van primitieve wekkers; de broedervan-dienst werd er nogal hardhandig door wakker geschud en op zijn beurt moest hij dan weer zijn medebroeders uit de slaap halen door op de luidklok (niet voor niets zo genoemd) de gebedsuren te slaan.

Ook aan de vorstenhoven en bij gefortuneerde lieden kon men soms een klok aantreffen, maar de eenvoudige bewoners van stad of dorp richtten zich naar – indien aanwezig – de klok in de kerktoren. Want tot de vroegste uurwerken kan men zeker menige kerkklok rekenen en bij het ontbreken ervan was het volk nog steeds aangewezen op de stand van de zon, die in Noord-Europa niet altijd echt zichtbaar was. Kerken, kerktorens en torenklokken waren lange tijd niet alleen statussymbool, maar ook een praktische verworvenheid

DE 18e EEUWSE ZAKHORLOGES MET ZIJN SLEUTELTJES.

Bovendien komen kwaliteitshorloges steeds meer in aanzien. Draagbare horloges dus, zoals het zeldzame rijtuighorloge, een vergrote uitgave van het vestzakhorloge, zijn begeerde objecten. Veel waarde, gemakkelijk op te bergen. Ook het zakhorloge en sinds kort zelfs het polshorloge worden druk verzameld; hier valt nog avontuur te beleven. Het mag duidelijk zijn, dat we alleen praten over zaken van hoge kwaliteit.

Van groot belang voor de liefhebber en verzamelaar is wie de maker is van zijn horloge. Evenals bij klokken geldt dat een goed gesigneerd horloge waardevoller is dan een anoniem product. In de 17e eeuw waren er al prachtige zakhorloges gemaakt door ware kunstenaars; vrij zware en dikke mechanieken, die echter met veel raffinement en een perfect gevoel voor stijl en verhoudingen zijn gemaakt. Het verbaast ons steeds weer dat men dat in die tijd al kon. De producten van de 18e eeuw zijn ware wonderen van techniek.

Kasten met geëmailleerde deksels welke soms de meest gecompliceerde miniaturen bevatten, dikwijls omrand met parels of diamanten. Onovertroffen grootmeesters van deze kunst waren de gebroeders Huaud uit Parijs. Onnodig nog eens te vermelden dat beschadigingen aan zulke meesterstukjes onherstelbaar zijn en de waarde van zo’n klokje sterk beïnvloeden. Zulke illustratieve veelkleurige emailles kan men namelijk niet restaureren. Een eenmaal geëmailleerd plaatje kan niet nog eens in de emailleeroven worden geplaatst. Wat wel kan, zijn restauraties aan niet-illustratieve wijzerplaten.

Een witte plaat met cijfers waar blutsen in zijn, kan men onzichtbaar herstellen. Dat is kostbaar en het vraagt tijd, maar het is mogelijk. En voor een waardevol uurwerk van een beleende meester is dat dan ook zeker de moeite waard. Bovendien, en dat is immaterieel, geeft een goede restauratie het aangename gevoel iets waardevols behouden te hebben.

In de tweede helft van de 18e eeuw en in het eerste kwart van de 19e eeuw krijgen wij te maken met de beroemdste uurwerkmaker aller tijden: Abraham Louis Breguet (1747-1823). Wat deze Zwitser die in Parijs werkte heeft gemaakt, is nooit overtroffen.

Zijn horloges en klokken zijn alle geregistreerd en beschreven; zij vormen de top van wat met mechanische middelen bereikbaar was en is. Naast Breguet zijn erin genoemde periode nog meer grote Franse meesters werkzaam: Ferdinand Berthoud, Antide Janvier,leden van de familie Lepaute, Lépine en vele anderen. In de latere 19e eeuw komt geleidelijk aan de massafabricage op gang. Het horloge wordt gemeengoed en de exclusieve horloge sleutel verdwijnt weer uit beeld.

We vinden ze regelmatig, meestal werden de namelijk los van het horloge gedragen aan een chatelaine.

Een chatelaine is een riem of gordel die om het middel kan worden gedragen en waaraan diverse gebruiksvoorwerpen genaamd tuigjes hangen. Zowel mannen als vrouwen droegen van de zestiende tot negentiende eeuw chatelaines. De naam komt van Franse woord châtelaine, waarmee de dame van het kasteel of een groot huishouden wordt aangeduid die vaak een gordel droeg met daaraan een grote sleutelbos. Naast het praktische gebruik werden chatelaines ook vaak als sieraad of verlovingssymbool gedragen. Chatelaines werden voornamelijk op het Europese vasteland en in het Verenigd Koninkrijk gedragen. De vorm en uitvoering van chatelaines verschillen per periode, per land en soms zelfs per regio.

Heb jij ze gevonden en wil je ze determineren en weten hoe oud ze zijn? Kijk dan eens hier, Ton Hofman heeft een mooi overzicht gemaakt!

Over Metaaldetectie Benelux