De goud- en zilverschat die hobbyarcheologen in 2019 hebben blootgelegd bij het Twentse buurtschap Hezingen is volgens het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) een “vondst van nationaal belang”. Het Leidse museum heeft de eerste vondsten aangekocht.
Niet eerder werden dergelijke rijke vondsten uit de vroege middeleeuwen buiten Friesland en de regio rond Utrecht gedaan. Er was tot nu toe heel weinig bekend over de vroege middeleeuwen in de regio Twente.
In natuurgebied Springendal bij Hezingen zijn 94 munten en muntfragmenten, minstens 6 gouden en 2 zilveren sieraden, een deel van een gouden zwaardgreepversiering en 95 stukjes van onbekende versieringen gevonden.
Daarnaast is een rij palen blootgelegd met daarop tekens of een Wodanskop. Dat duidt op een offerplaats, die waarschijnlijk een eeuw lang is gebruikt door groepen mensen uit de wijde omgeving. Deze mensen lieten edelmetalen offers achter, denken archeologen van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
De offerplaats was gedurende de hele zevende eeuw in gebruik, heeft onderzoek aangetoond. Vermoedelijk werd de “heidense” plek verlaten toen de Karolingische koningen probeerden de Saksen tot het christendom te bekeren.
Goudschat wordt eerst tentoongesteld in Enschede
Twee amateurarcheologen ontdekten in 2019 de eerste munten toen zij met een metaaldetector het natuurgebied afspeurden. Zij namen contact op met Portable Antiquities of the Netherlands, een projectorganisatie van de VU die zich inspant voor het behoud van particuliere vondsten. Door coronabeperkingen kwam de zaak lange tijd stil te liggen, maar dit jaar pakten wetenschappers de opgraving op. Zij vonden goud en zilver op drie locaties in het gebied.
RMO heeft de eerste vondsten van de particulieren aangekocht. De goudschat wordt opgenomen in de rijkscollectie om de vondst voor het publieke domein te behouden. Rijksmuseum Twenthe in Enschede opent donderdag een expositie van de gevonden voorwerpen. Het museum heeft de goudschat tot 30 oktober in bruikleen.